Wat heb je nodig?
- een (volledige) appel, gewassen
- een kommetje chips
- een kauwgum of bubblegum
- een (volledige) wortel, geschild
- een kommetje popcorn
- een blinddoek
- een proefkonijn

Aan de slag!
Het proefkonijn wordt geblinddoekt. Hij/zij is de luisteraar. De proever proeft van het testvoedsel. Het proefkonijn raadt wat de proever aan het eten is. De proever noteert wat de luisteraar hoort en welk testvoedsel de proever volgens hen aan het eten is.
De proever vult volgende tabel in:
Testvoedsel | Wat hoort de luisteraar? | Wat ben je volgens de luisteraar aan het eten? |
Appel | ||
Chips | ||
Kauwgom | ||
Wortel | ||
Popcorn |

Wat gebeurt er?
Je herkent voedsel aan het geluid dat ze maken wanneer je ze eet.
Hoe zit dat?
Je kan erg veel voedingsmiddelen herkennen, gewoon door te luisteren naar iemand die ze opeet. Rauwe groenten, zoals wortels en bloemkool, klinken droog en krakend wanneer je er een hap van neemt. Hard fruit, zoals een appel of een niet al te rijpe nectarine, kraken ook maar zijn sappiger. Het eten van kauwgum klinkt iedereen bekend in de oren. En luister eens extra goed naar het verschil tussen chips en popcorn, de volgende keer dat je naar de bioscoop gaat.

- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht