Wat heb je nodig?
- Citroen
- Gegalvaniseerde spijkers
- Koperen spijkers (of koperen munten)
- Geïsoleerde elektriciteitsdraad
- Krokodillenklemmen
- LED-lampje
Aan de slag!
Stap 1: Rol de citroen stevig over tafel om de sappen in de vrucht los te maken.
Stap 2: Steek de spijker en het muntje een eind van elkaar in de citroen.
Stap 3: Bevestig de twee stukken elektriciteitsdraad aan de spijker en het muntje met de krokodillenklemmen.
Stap 4: Sluit de andere uiteinden van de draden aan op een LED-lampje. Opgelet: als je goed kijkt, zie je aan de basis van het LED-lampje een platte kant. Die kant moet je verbinden met de gegalvaniseerde spijker.
Stap 5: Wek meer spanning op door enkele citroenbatterijen in serie te schakelen.
Wat gebeurt er?
Als we 6 citroenbatterijen in serie schakelen, dan gaat het lampje branden!

Hoe zit dat?
Elektriciteit is een stroom van negatief geladen deeltjes. Die deeltjes worden ook wel elektronen genoemd. Het zink van de gegalvaniseerde spijker wil graag elektronen afgeven. Het koper in ons muntje wil graag die elektronen opnemen. De elektronen willen dus van het zink naar het koper toe bewegen. Maar dat kan niet zomaar. Daarvoor is een elektrolyt nodig. Dat elektrolyt zorgt voor een chemische reactie met zowel koper als zink, waardoor de elektronen kunnen gaan stromen. In een batterij is dat elektrolyt bijvoorbeeld batterij- of accuzuur. Bij onze citroenen is dat het zure citroensap.
Met een voltmeter kan je bekijken hoeveel elektrische spanning wordt opgewekt. Dat is ongeveer 0,9 V per citroenbatterij. Door 6 citroenbatterijen in serie te schakelen, wek je meer spanning op.
Sluit je dan een LED-lampje op die 6 aan? Dan stroomt de elektriciteit erdoor en je lampje gaat branden!
Opgelet: eet na je experiment de citroenen niet meer op.

- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht